De Vijf Khandha’s; geledingen of groepen waaraan gehecht wordt
“Geef de geledingen op, want in werkelijkheid behoren ze jullie niet toe” – Boeddha
Wat zijn de Vijf Khandha’s in het boeddhisme?
De Vijf Khandha’s in Pali of Vijf Skandha’s in Sanskriet worden vaak vertaald naar de Vijf Geledingen of ook wel ‘de Vijf Groepen waaraan gehecht wordt’. Je zou ook kunnen zeggen de vijf kenmerken waarmee een mens zich vaak mee identificeert. In die zin dat wat we voor een ‘zelf’ aannemen bestaat uit deze Vijf Khanda’s. Maar de geledingen betreffen ook alles wat buiten ons is. De Vijf Khandha’s zijn*:
- Materiële vorm (rupa)
- Gevoel (vedana)
- Herkenning (sanna)
- Wilsuitingen (Sankhara)
- Bewustzijn (Vinnana)
Onze vertalingen zijn zorgvuldig gekozen, mede op basis van vertalingen door andere commentatoren op de sutta’s. We hebben voor een groot de vertalingen gehanteerd zoals beschreven door Bhikkhu Analayo in het boek Satipatthana. Alleen voor Sanna hebben wij gekozen voor herkenning in plaats van cognitie. Sanna wordt in andere contexten ook wel vertaald als cognitie, waarneming of perceptie. Wij hebben gekozen voor het woord herkenning omdat het woord cognitie soms wat breder wordt gezien (inclusief bewustzijn) het woord waarneming juist weer minder breed (je kunt waarnemen zonder het in concepten te vangen) en de definitie van het woord perceptie is niet voor iedereen even duidelijk.
Sankhara (wilsuitingen) wordt ook vaak vertaald naar mentale formaties. Hoewel beide begrippen voor veel mensen niet direct duidelijk zijn, vinden wij ‘mentale formaties’ minder toegankelijk en ‘wilsuitingen’ het meest passend. Hiermee worden zowel opkomende neigingen/impulsen vanuit conditioneringen mee bedoeld, als ook bewuste intenties en keuzes.
De vijf khandha’s worden in de sutta’s doorgaans genoemd in deze vaste volgorde, van grof (materiële vorm) naar steeds subtieler (bewustzijn). Dit is behulpzaam als raamwerk, maar in de directe ervaring ontstaan ze in onderlinge afhankelijkheid en zonder strikte hiërarchie.
Materiële vorm
Ook wel soms eenvoudigweg vertaald als ‘vorm’.
Onder materiële vorm valt alles dat onderhevig is aan uiterlijke omstandigheden.
Bij materiële vorm is het belangrijk om in te zien dat deze subjectief wordt ervaren. Met materiële vorm wordt zowel alles binnenin ons, als buiten ons gezien. Maar er wordt vaak ook het lichaam mee bedoeld.
Gevoel
Met gevoel worden de affectieve aspecten van de ervaring bedoeld. Deze komen voort uit contact met de zes zintuigen. Het gevoel wordt onderverdeeld in drie wereldse en niet wereldse gevoelens; prettig, onprettig en neutraal.
Herkenning
Ook wel vertaald als perceptie, cognitie of waarneming.
Met herkenning wordt meer het onder woorden brengen van de ervaring bedoeld. Je zou het ook labelen en het vangen in concepten kunnen noemen. Dit gebeurt op basis van herinnering (om het duiding te kunnen geven). Zowel gevoel als herkenning zijn afhankelijk van contact via de zes zintuigen.
Wilsuitingen
Ook wel vertaald als intenties
Wilsuitingen worden ook wel intenties genoemd, maar je zou het ook zo kunnen zien dat wilsuitingen voortkomen uit intenties als je nadruk legt op het woord ‘uitingen’. Een intentie komt op en als je er naar handelt (door iets te zeggen of te doen) is het een wilsuiting. Je zou daarom misschien deze geleding misschien beter kunnen zien en herkennen als ‘intenties én wilsuitingen’. Intenties en wilsuitingen vormen het strevende aspect van de mind. Er is een wil om iets te doen.
Bewustzijn
In de context van de Vijf Khanda’s wordt met bewustzijn ‘ergens bewust van zijn’ bedoeld en niet zozeer ‘het bewustzijn’ op geestelijk of collectief niveau. Het ‘ergens bewust van zijn’ wordt ook wel gezien als een belangrijke reden dat we ons identificeren met een ‘ik’. Want wie is er bewust ergens van? Dat moet ‘ik’ dan wel zijn. Er is geen bewustzijn zonder naam en vorm (Namarupa, zie hieronder) en er andersom is er geen naam en vorm zonder bewustzijn. Een bekende Zen Koan refereert hier ook wel naar “Als een boom in een bos omvalt en er is geen wezen in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?”.
Vergelijkingen van de geledingen:
Net zoals voor de hindernissen had de Boeddha ook vergelijkingen voor de vijf geledingen:
- Vorm de instabiliteit van een schuimvlok die door de rivier wordt meegevoerd;
- Gevoelens met kortstondige blazen die bij harde regen op het water verschijnen;
- Herkenning met de bedrieglijke aard van een luchtspiegel;
- Wilsuitingen de essentiële aard van een bananenboom (want een bananenboom heeft geen kernhout);
- Bewustzijn met een bedrieglijke voorstelling van een magiër.
Reflectie hierop is natuurlijk cognitief en dat leidt tot begrijpen, maar niet (perse) tot verwezenlijking van inzicht. Toch is het helpend hierop de reflecteren. Daadwerkelijke verwezenlijking kan door realisatie, bijvoorbeeld tijdens meditatie.
Een parabel van de wagen:
In het boeddhisme bestaat ook een parabel waarin een vergelijking wordt gemaakt van een wagen. De Boeddha vroeg waaruit een wagen bestond en bij ieder onderdeel vroeg hij “Is het de paal die de wagen is?” Nee. “Is het de as […] de wielen, of het frame, of de touwen, of het juk, of de spaken van de wielen, of de prikkel, die de wagen zijn?’ Telkens was het antwoord nee. ‘Zijn het dan al deze delen ervan die de wagen vormen?’ ‘Nee meneer.’
‘Maar is er iets buiten hen dat de wagen is?’ Het antwoord bleef ‘nee’.
Hoewel het concept wagen niet werkelijk bestaat, kunnen we wel gebruik van een wagen maken. Net zoals we wel kunnen functioneren terwijl er het inzicht is dat we niet zijn wat geneigd zijn voor een zelf aan te nemen.
Parabel Griekse filosoof Plutarch:
Deze parabel geeft mooi aan dat we door de tijd heen veranderen en dat na verloop van tijd in ons niets meer te vinden is van wat er eerder in ons was.
Het schip Theseus
Er bestond een schip genaamd Theseus. Delen van het schip werden stuk voor stuk vervangen toen ze stuk gingen. Planken van hout en ander materiaal werden vervangen door nieuwe onderdelen. Uiteindelijk waren er geen originele onderdelen meer over. Is het nog steeds het schip dat bekend staat als Theseus?
Alle onderdelen waren veranderd, maar toch was er nog enige continuïteit, een voortzetting dat het nog steeds onder dezelfde naam bekend is. Het is hetzelfde schip en het is ook niet hetzelfde schip; er is geen blijvende entiteit, maar toch is er enige continuïteit door voortzetting.
Zo geldt het dus ook voor wat we aannemen als een persoon. Zijn we nog dezelfde als 10, 20, 30, 40 jaar geleden? Dagelijks worden er 330 miljard cellen in ons lichaam vervangen. Botten gaan het langste mee, 12 tot 50 jaar naar het schijnt. Maar zijn we onze botten?
En als je iets eet of drinkt. Ben jij het eten dan op het moment dat het door je keel heen glijdt? Of pas als het in je maag of blaas zit? Of wordt alleen het deel dat je lichaam opneemt deel van jou en het deel dat je uitscheidt niet? Of ben je het dus helemaal niet?
Overzicht komende activiteiten
Gerjan Schoemaker is meditatieleraar en oprichter van Meditatie Instituut Nederland. Als hoofddocent van de erkende Meditatie Opleiding deelt hij zijn uitgebreide kennis en ervaring. Daarnaast geeft hij les in meditatie en boeddhistische psychologie binnen de Opleiding Integraal Essentiecoach en begeleidt hij vipassana retraites en cursussen. Zijn verdieping ligt met name in het theravada boeddhisme, waarbij hij ook andere tradities verkent.